Deze bedreigde dieren hebben al een veilig plekje gevonden in Charleroi Métropole

Deze bedreigde dieren hebben al een veilig plekje gevonden in Charleroi Métropole

Deze vogels, insecten en zoogdieren hebben een toevluchtsoord gevonden in de natuurgebieden van de Metropool. Het zijn bedreigde diersoorten die onze burgers van uitsterven willen behoeden. Ontdek waar deze wilde fauna in onze regio weer opleeft.

 

De rugstreeppadden van Mont-sur-Marchienne

Het natuurgebied Brun-Chêne met een oppervlakte van 16 hectare bevindt zich in een oude steengroeve. Het gebied bestaat uit bossen en kliffen. De vroegere productiezones zijn nu aantrekkelijke natte en zonnige plekken voor wilde dieren. Zowel de rugstreeppad als de vroedmeesterpad gedijen hier nu goed.

De rugstreeppad is makkelijk herkenbaar aan de gele streep op zijn rug. Hij houdt van ondiep water en graaft daar zijn schuilplaats. Het vrouwtje zet duizenden eitjes af in zogenaamde eiersnoeren met een zwarte kleur.

De rugstreeppad is een nachtdier met een zeer karakteristieke zang. Het lijkt wat op de trilling van een geigerteller (een snelle opeenvolging van twee noten). De pad beweegt louter door te kruipen.

Om hem te observeren kunt u best een waterpoel zoeken ’s avonds wanneer hij het meest actief is, in maart of april, tijdens het broedseizoen.

De rugstreeppad wordt met uitsterven bedreigd.

 

De blauwe reiger van Merbes-le-Château

Het natuurgebied van de Haute Sambre is de thuisbasis van een van de grootste reigers van België. Elk jaar worden er 75 nesten gebouwd. De blauwe reiger is vaak te vinden langs de waterkant of in weilanden. Zijn witte kop heeft kenmerkende, grote zwarte wenkbrauwen. Hij kan uren op een poot staan.

Hij eet graag en veel en voedt zich met vis, maar ook met kikvorsachtigen, rivierkreeftjes en zelfs jonge muizen of mollen. Hij verkiest zeer hoge bomen om in te nestelen. Zijn vlucht ziet er majestueus uit. Hij haalt tot 40 km/u.

U kunt hem overdag observeren, bij een moeras of bij een plek met ondiep water, dicht bij het natuurgebied. Zijn aanwezigheid wijst op een rijke biodiversiteit.

De bedreigde vleermuizen van Mariembourg

De Grot van Neptunus, op enkele kilometers van Couvin, herbergt vele soorten vleermuizen. De Plecotus-eenheid van Natagora houdt er al sinds 2009 tellingen. En – grote verrassing – er werden ook heel zeldzame soorten waargenomen.

De vale vleermuis, met zijn grijsbruine rug en grote vleugels, heeft van deze grot zijn thuis gemaakt. Hij eet insecten (vooral kevers) en kan tot 20 km ver vliegen om een jachtgebied te vinden. De grote en kleine hoefijzerneus met zijn typische hoefijzervormige neus, en de ingekorven vleermuis, met zijn zeer wollige vacht, werden ook ter plaatse waargenomen.

Het is niet eenvoudig deze zoogdieren met hun karakteristieke vlucht te observeren (ze zijn snel en komen in de schemering naar buiten).

Als je eenmaal in de buurt van de grot bent, ga dan op een rustige, zwak verlichte plek staan en bekijk de vleermuizen door de verrekijker. Of doe mee met een nacht van de vleermuis om ze te observeren … Onthoud ook dat deze dieren een winterslaap houden en zich dus niet vaak laten zien in de winter.

Bedreigde vleermuizen werden waargenomen in de Grot van Neptunus in Couvin.

Het Entre-Sambre-et-Meuse-schaap van Jamioulx

Hoewel het Entre-Sambre-et-Meuse-schaap niet wild is, heeft het kenmerken die specifiek zijn voor onze regio en het verdient onze aandacht omdat het zelf ook met uitsterven wordt bedreigd.

In het natuurgebied Sébastopol zorgen vooral deze winterharde schapen voor het onderhoud van de percelen. Dit tamme schaap is een uitstekende bondgenoot voor de biodiversiteit van het natuurgebied. Zijn regelmatige passage verhardt de grond en bevordert de voortplanting van kleine insecten. Zijn uitwerpselen trekken diverse kevers aan.

Het schaap is bovendien erg zelfvoorzienend, met name bij het aflammeren, en verteert gemakkelijk voedergewassen. Er zijn nog maar een tiental zuivere rassen op ons grondgebied.

De zwarte bij van Chimay

Het natuurgebied van de vijver van Virelles heeft er zijn symbool van gemaakt, met het huis van de zwarte bij. Dit insect is typisch voor de regio en goed bestand tegen het lokale klimaat met periodes van zware regenval en winters die koud of zacht kunnen zijn.

De koningin van dit ras leeft langer dan bij andere bijensoorten en past haar eileg aan het klimaat aan.

De zwarte bij wordt met uitsterven bedreigd door de invoer van vreemde bijen, zoals de Buckfast en de Kaukasische bij. Ze lijdt ook onder een slechte reputatie; veel imkers zien haar als een minder productieve en agressievere bij. De praktijk van de bijenteelt logenstraft dat idee echter …

Sinds 2004 heeft de gemeente Chimay en vervolgens, in 2015, Momignies, besloten dit robuuste ras te beschermen door het kweken ervan op hun grondgebied toe te staan.

Alleen in Chimay en Momignies is het kweken van de zwarte bij toegestaan.